Kinderanesthesiologie is een apart aandachtsgebied binnen de anesthesiologie. Zie Competentieniveau’s kinderanesthesiologie. Dit overzicht is een samenvatting van de belangrijkste aandachtspunten bij anesthesie bij kinderen.
Preoperatieve evaluatie
Anamnese
- Duur zwangerschap (bij kinderen < 1 jaar)
- Postoperatieve apneu’s waarvoor postoperatieve bewaking van de ademhaling bij prematuren tot postconceptieleeftijd van 60 weken en à terme tot leeftijd van 1 maand
- Groeiontwikkeling
- Inspanningstolerantie
- Eetgedrag: bijv. duur drinken flesvoeding
- Recente vaccinatie of contact met een infectieuze kinderziekte
- Rookgedrag ouders
- Verhoogd risico op respiratoire problemen rond anesthesie
- Tekenen luchtweginfecties
- Zie Verkouden Kind
- Familie-anamnese m.b.t.:
- Algehele anesthesie
- Neuromusculaire aandoeningen
- Congenitale hartafwijkingen of acute hartdood < 40 jaar (t.m 2e generatie)
Lichamelijk onderzoek
- Beoordeling luchtweg
- Oa. loszittende melktanden vanaf 5 jaar
- Cardiovasculair
- Cyanose
- Hartruis met noodzaak consultatie kindercardiologie:
- Luidheid > 3/6 (thrill aanwezig)
- Houdingsafhankelijke souffle (of niet verdwijnend bij Valsalva)
- Achterblijvend lengte en groei e.c.i.
- Cyanose en hypoxie (SpO2 < 92%)
- Tachypnoe / crepitaties
- Vergrote lever
Nuchterbeleid bij kinderen
Het gehandhaafde nuchterbeleid is ziekenhuisafhankelijk bij anesthesie aan kinderen.
Tot 6 uur voor operatie | Vast voedsel / sondevoeding / melkproducten |
Tot 4 uur voor operatie | Baby (oplos) melk |
Tot 3 uur voor operatie | Borstvoeding |
Tot 0 uur voor operatie | Tot moment van van vertrek naar het operatiecentrum elk uur 10ml/kg met een maximum van 100ml heldere vloeibare dranken al of niet met toegevoegde suikers |
Premedicatie bij kinderen
EMLA/Rapydan
- Voor alle ingrepen bij kinderen pleister op de handrug of bij spinale anesthesie op de onderrug
- Kinderen < 3 jaar mogen geen Rapydanpleister.
Anxiolyse
Preoperatieve sedatie dient niet de standaard te zijn bij anesthesie bij kinderen.
- Overwegingen vóór kunnen zijn:
- Eerdere traumatische OK ervaringen / moeizame inleiding
- Onrustige en moeilijk stuurbare kinderen, hieronder vallen de ADHD en PDD-NOS kinderen, maar ook het kleine kind, aan wie je de procedure moeilijk uit kunt leggen.
- Verzoek ouders / kind
- Overwegingen tegen kunnen zijn:
- Contra-indicatie:
- Allergie
- Relatieve contra-indicatie:
- Spierziekte
- Ingrepen aan bovenste luchtwegen
- Slaap apneu syndroom
- Bovenste luchtwegobstructie
- Ernstige mentale retardatie
- Kinderen < 6 maanden
- Weigering ouders / kind
- Contra-indicatie:
Medicament | Oraal/Rectaal (inwerking) | Vorm | Opmerking |
Clonidine | 4 mcg/kg (2 uur) | Tablet: 25ug, 100ug Drank: 10ug/ml Rectaal: Parenterale oplossing (150ug/ml, verdund met 9 ml NaCl tot 15ug/ml) | Minder sedatieve bijwerkingen, minder postoperatieve agitatie, additief effect bij analgetica |
Midazolam | Anxiolyse: 0,3 mg/kg Sedatie: 0,5-0,8 mg/kg (30-45 min) | Divers | Max. 15mg/gif. Snel intredende werking Korte werkingsduur 1-2 uur |
Diazepam | Anxiolyse: 0,1 mg/kg (1-2 uur) | Oraal: 2 mg, 5 mg en 10 mg Rectiole: 5mg/2,5ml en 10mg/2,5ml | Max. 10mg/gift Lang werkend middel Sterk wisselend effect |
Lorazepam | Anxiolyse: 0,1 mg/kg (30 min) | Tablet: 2mg, 5mg Drank: 0,5 mg/ml | Max. 3mg/gift Lang werkend middel (t/m 8 uur) |
Promethazine | 0,2 mg/kg | Zeker niet eerste keus > 1 jaar Extrapiramidale bijwerkingen Paradoxale stimulatie |
Peroperatief
- Zie Formules & Maten kind
- Zie Fysiologie & Anatomie Kind
- Zie Luchtweg kind: bijzondere aandoeningen
- Zie Competentieniveau’s kinderanesthesiologie
Inductie
- Kapinductie sevofluraan: niet prikkelend, gering effect op hemodynamiek
- Bewustzijnsverlies
- Excitatie: onwillekeurige bewegingen en risico op laryngospasme bij manipulatie luchtweg
- Chirurgisch stadium
- Geen reactie op chirurgische prikkel
- Inbrengen infuus in deze fase
Rapid sequence inductie
- Indicaties
- Niet nuchter
- Acute buik
- Trauma, stress, pijn en vertraagde maagontlediging
- Verlaagd bewustzijn (GCS < 8 of P op AVPU)
- Contra-indicatie: te verwachte moeilijke luchtweg
- Tot 6 jaar oud (20 kg): altijd gemodificeerde RSI i.v.m:
- Verminderde cooperativiteit bij preoxygenatie
- Minder O2-reserve
- Hoger O2-verbruik
- Meer kans op atalectase ontwikkeling
- Bij kinderen nauwelijks morbiditeit en geen mortaliteit ten gevolge van aspiratie beschreven1
- Inbrengen maagsonde bij ileus om maaginhoud weg te zuigen
- Overwegen voor inductie verwijderen maagsonde (kapbeademing makkelijk, betere functie onderste oesofagussphincter)
- > 2 jaar een beetje in anti-Trendelenburg
- Preoxygenatie (100% FiO2) en snelle intraveneuze inleiding
- Indien rocuronium: NB. Sugammadex geregistreerd vanaf 2 jaar
- Indien succinylcholine:
- Overweeg atropine bij gift bij:
- kinderen < 1 jaar
- kinderen < 5 jaar die een tweede dosis succinylcholine krijgen
- Overweeg atropine bij gift bij:
- Geen apneu, beadem via kap (PCV-modus) met ingestelde druk van 10-12 cmH2O, 0 PEEP en leeftijdsadequate ademfrequentie
- Risico op maagdistentie gering
2
Vochtbeleid bij kinderen
Basisinfusie en glucose worden bij kinderen gecontroleerd gegeven (spuitenpomp of volumetrische pomp). Indien geen gecontroleerde infusie mogelijkheid, nooit meer vloeistof dan 20 ml/kg per keer aanhangen.
- Basisbehoefte: 4-2-1 regel3
- Vocht achterstand/tekort
- boli 10-20ml/kg, of
- 50% achterstand in eerste uur, 25% in tweede uur en 25% in derde uur3
- Geschatte verdamping wondgebied: perspiratio insensibilis open buik; 1-3 ml/kg/u
- Verliezen uit maagzuigdrainage of thoraxdrain
- Koorts: + 10%/graad van basis uurbehoefte extra
- Bloedverlies
- Kristalloïd: 3ml per 1 ml bloedverlies
- Colloïd: 1ml per 1ml bloedverlies
Glucose
Intra-operatieve glucosetoediening is niet langer vereist voor de meeste kinderen, behalve bij de pasgeborenen en neonaten3,4. Hieronder staat een voorbeeld van een schema dat kan worden toegepast. Hanteer altijd het lokale protocol.
- Kinderen < 1 maand: 3 ml/kg/uur gluc 10% (= 5 mg gluc /kg/min)
- Kinderen < 6 maanden en > 6 maanden en lange ingrepen (> 3 uur): glucose behoefte wordt toegediend als 1,5 ml/kg/uur gluc 10% (= 2,5 mg gluc /kg/min) via een spuitenpomp.
- Andere indicaties: cachexie, sepsis, metabole ziekte, TPV
Leeftijd | t/m 1 maand | t/m 6 maand | t/m 6 jaar | Vanaf 6 jaar |
Lichaamsgewicht | t/m 5 kg | 5 t/m 10 kg | 10 t/m 25 kg | Vanaf 25 kg |
Basisinfuus RL of NaCl0.9% (ml/kg/h) | 4-2-1 regel | 4-2-1 regel | 4-2-1 regel | 4-2-1 regel |
Glucose 10% (ml/kg/h) | 3 | 1,5 | 1,5 indien geïndiceerd | 1,5 indien geïndiceerd |
Bolus RL bij ondervulling of acuut bloedverlies (ml/kg) | 20 | 20 | 20 | 20 |
Bolus colloïd bij acuut bloedverlies (ml/kg) | 10 | 10 | 10 | 10 |
5
Aandachtspunten bij anesthesie bij kinderen
- Hartfrequentie bij kinderen betere parameter om vullingstoestand te beoordelen dan de bloeddruk
- Vochtbeleid getoetst a.h.v. urineproductie
- Ingrepen > 3 uur: CAD
- Blaascapaciteit: 30 + 30 x leeftijd (jaren)
- Minimale urineproductie: 0,5 (neonaat) tot 1 ml/kg/u
- TPV geeft snel intraoperatieve glucoseschommelingen
- Maagdistentie voorkomen en zo nodig maagsonde inbrengen ter bevorderen respiratie
Bloedproducten
- Erytrocyten
- 10 ml/kg geeft Hb stijging van +/- 1 mmol/L
- Volg 4-5-6 flexinorm
- Indien kind < 3 maanden: 1x kruisbloed van moeder noodzakelijk
- Plasma
- Trombocyten
- 10 ml/kg geeft Tr-stijging van +/- 20-50 x 10^9/L
Max. bloedverlies = (Hbpat – Hblaagst)/ Hbpat
Neuraxiale technieken
- Caudaal: ingreep onder de navel
- Epiduraal: thoracotomie, laparotomie of osteotomie
- Spinaal: ingreep onder de navel
- < 1 jaar onder L3-L4 i.v.m. lage positie ruggenmerg
Postoperatief
Pijn
- Pijnmeting: CRIES (neonaten), COMFORT (0-3 jr; IC), POKIS (0-4 jr), FPS-R (4-8 jr), NRS of VAS (oudere kinderen)
- Pijnbeleid, zie lokaal protocol
- Paracetamol
- Diclofenac 1mg/kg/dosis 3dd (> 4 maand) / Ibuprofen 7 – 10 mg/kg/dosis max. 3dd (> 3 maand)
- Opiaat: morfine (zie lokaal protocol) / tramadol 1-2mg/kg/dosis à 6 uur (> 1 jaar)
PONV Profylaxe bij kinderen
- Risicofactoren PONV bij kinderen:
- Leeftijd > 3 jaar (geleidelijke toename van PONV bij stijgen van de leeftijd met maximum rond puberteit)
- PONV bij eerdere ingrepen en/of reisziekte
- OK duur > 30 minuten
- strabismus correctie of (adeno)tonsillectomie
- Overig (maken de score niet sensitiever): oa. preoperatieve stress, langdurig vasten, inhalatie inductie, intubatie/LMA durante OK, opiaat gebruik.
Aantal Risicofactoren | Profylaxe |
0 – 1 | geen |
2 – 3 | of: dexamethason iv (met name bij in VG sprake van late POV) of: ondansetron iv |
4 | dexamethason iv en ondansetron iv |
- Anti-emetica
- Dexamethason 0,1mg/kg IV (max. 8mg, > 1 maand)
- Ondansetron 0,1 mg/kg IV (max. 4 mg)
- Droperidol 0,02 mg/kg IV (max. 1,25 mg, > 1 jaar, advies tot 60 minuten na laatste gift bewaken met ECG ivm kans op QT verlenging)
6
Referenties
- 1.Engelhardt T. Rapid sequence induction has no use in pediatric anesthesia. Morton N, ed. Paediatr Anaesth. September 2014:5-8. doi:10.1111/pan.12544
- 2.Kanninga A. Protocol SKA: Rapid sequence intubatie (RSI) bij kinderen. SKA. https://www.anesthesiologie.nl/uploads/files/KD_Protocol_SKA_RSI_bij_kinderen_201411.pdf. Published November 2014. Accessed January 2020.
- 3.Leelanukrom R, Cunliffe M. Intraoperative fluid and glucose management in children. Pediatric Anesthesia. July 2000:353-359. doi:10.1046/j.1460-9592.2000.00536.x
- 4.Visram A. Intraoperative fluid therapy in neonates. Southern African Journal of Anaesthesia and Analgesia. February 2016:46-51. doi:10.1080/22201181.2016.1140705
- 5.. Protocol UMCG: Perioperatief Vochtbeleid Kinderen. UMCG; 2018.
- 6.Tompkins A. Help Een Kind. Vol 3. Oss: Van den Ende – The Notepad Factory; 2013.