Content
Vaccinaties
- Dood of verzwakt levend virus, bacterie of toxiod om het lichaam anstistoffen te laten vormen
- Vaccinatie met dode/geïnactiveerde vaccins:
- Bijwerkingen houden 2 dagen aan:
- Locale reacties
- Zwelling, roodheid en pijn
- Electieve ingreep 2 volle dagen uitstellen
- Bijwerkingen houden 2 dagen aan:
- Vaccinatie met levend verzwakte vaccins
- Bijwerkingen kunnen 14 dagen na inenting manifesteren:
- Systemische reacties zoals algehele malaise en koorts
- Electieve ingreep 2 volle weken uitstellen
- Bijwerkingen kunnen 14 dagen na inenting manifesteren:
- Uitstel electieve ingrepen om eventuele bijwerkingen van vaccinaties niet te laten samenvallen met mogelijke bijwerkingen na operatie
Soort Vaccin | Interval |
BCG = Bacillus Calmette-Guérin = Tuberculose vaccin OPV = Oraal Polio Vaccin (buitenland) RS virus (passieve immunisatie met antistoffen) | Geen interval |
DKTP = Difterie, Kinkhoest, Tetanus, Poliomyelitis Hep A, Hep B = Hepatitis A en B Hib = Haemophilus influenza type b HPV = Humaan Papilloma Virus Influenza = griep IPV = Inactivated Polio Vaccin MenC = Meningococcen sero groep C Pneu = Pneumococcen Tetanus | Dode/geïnactiveerde vaccins 2 volle dagen (48 uur) |
BMR = Bof, Mazelen, Rubella = Rode hond Gele koorts Rota = Rotavirus vaccin Varicella vaccin = Waterppokken vaccin | Levende, verzwakte vaccins 2 volle weken |
1
Rijksvaccinatieprogramma
- 3, 5 & 11mnd: DKTP-Hib-HepB & Pneu
- 14 mnd: BMR (levend vaccin) & MenACWY
- 4 jr: DKTP
- 9 jr: DTP & BMR (levend vaccin)
- 12-13 jr (♀): HPV (na ½ jr herhalen) 2
- 14 jr: MenACWY
Kinderziektes
- Bij daadwerkelijke besmetting wordt de (electieve) operatie uitgesteld, ook om infectie van (immuungecompromiteerde) medepatiënten te voorkomen
- Interval kinderziekte zelf en anesthesie/chirurgie = periode van besmettingsgevaar naar omgeving
- Bij contact kinderziekte wordt de (electieve) operatie uitgesteld
- Interval contact kinderziekte en anesthesie/chirurgie = uiterste incubatietijd
- Indien gevaccineerd voor BMR en difterie is contact met de kinderziekte geen probleem
- Dit geldt niet voor kinkhoest (vaccinatie geen 100% bescherming)
- Bij contact roodvonk, parvo B19 en waterpokken (wordt niet tegen gevaccineerd) is belangrijk te weten of patiënt al eerder besmet is geweest
- Eerdere roodvonk besmetting geeft geen immuniteit, dus recidiverende infecties kunnen voorkomen
- Het advies is om in geval van twijfel of onduidelijkheid contact op te nemen met dienstdoende kinderarts-infectieziekten
Interval contact kinderziekte en anesthesie
Interval contact kinderziekte en anesthesie/chirurgie = uiterste incubatietijd2
Kinderziekte | Incubatietijd |
Bof | 21 dagen |
Difterie | 7 dagen |
Kinkhoest | 21 dagen |
Mazelen | 14 dagen |
Poliomyelitis | 35 dagen |
Rode hond (Rubella) | 23 dagen |
Roodvonk | 4 dagen |
Vijfde ziekte (Erythema Infectiosum) | 21 dagen |
Waterpokken (Varicella-zoster virus) (na immunoglobuline = VZIG) | 21 dagen (28 dagen) |
Interval kinderziekte en anesthesie
Interval kinderziekte zelf en anesthesie = periode van besmettingsgevaar naar omgeving2
Kinderziekte | Besmettingsgevaar |
Bof | tot 10e dag na ontstaan parotiszwelling |
Difterie | tot start juiste antibioticum |
Kinkhoest | tot 28e dag na begin hoesten (of tot 8e dag na begin behandeling) |
Mazelen | tot 5e dag na begin exantheem |
Rode hond (Rubella) | tot 7e dag na begin exantheem |
Roodvonk | tot vlekjes verdwenen zijn |
Vijfde ziekte (Parvo b19 of Erythema Infectiosum) | tot verschijnen exantheem |
Waterpokken (Varicella-zoster virus) | tot laatste blaasje is ingedroogd |
Referenties
- 1.Bax-Vermeire BMJ, Vermeer-de Bondt PE. Protocol SKA: Vaccinatie. Anesthesiologie.nl – SKA. https://www.anesthesiologie.nl/uploads/files/KD_Protocol_SKA_Vaccinatie_(revisie_2017).pdf. Published January 2017. Accessed January 2020.
- 2.Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu . Infectieziekten. RIVM. www.rivm.nl.