Content
Overzicht van veelgebruikte bloedverdunners met hun werkingsmechanisme, manier van monitoring van effect en mogelijkheden tot antagoneren.
Heparine
- Werking: versterking ATIII
- Meten: meet het effect van ongefractioneerde heparine met de aPTT
- Overweeg een anti-Xa activiteitsmeting indien de aPTT onbetrouwbaar is
- Antagonist: protamine (1:1 IE)
Laag-moleculair gewichtsheparine (LMWH)
- Werking: 2–3× hogere antifactor Xa-activiteit en een zwakkere activiteit ten opzichte van trombine ten opzichte van heparine
- Meten: niet routinematig
- Een spiegelbepaling, middels een anti-factor Xa spiegel, kan overwogen worden bij obesitas, kreatinine klaring < 30 ml/min, zwangerschap, neonaten en kinderen
- Antagonist: Overweeg protamine voor het couperen van LMWH bij een klinisch relevante bloeding. Effect onvolledig (1 mg per 100 aXa eenheden LMWH). Overweeg rFVII.
Vitamine K-antagonisten
- Werking: Inhibitie van de vitamine K-afhankelijke gamma-carboxylatie van glutaminezuur van de stollingsfactoren II, VII, IX en X
- Meten: INR, gestandaardiseerde PT
- Antagoneren: 4-factoren-concentraat (cofact), plasma, vitamine K
Trombocytenaggregatie remmers
- COX-1-remmers, remmen in lage dosering, irreversibel, de trombocytenaggregatie. Deze middelen hebben een werkingsduur tot zeven dagen na het staken van de behandeling.
- P2Y12 remmers, clopidogrel, prasugrel en ticagrelor, zijn trombocytenaggregatieremmers die de binding van ADP aan de ADP-receptor, P2Y12, op de trombocyt voorkomen.
- Clopidogrel en prasugrel worden pas werkzaam nadat ze in de lever zijn omgezet tot een actieve metaboliet, die vervolgens irreversibel bindt aan de P2Y12 receptor. Hierdoor hebben deze middelen een werkingsduur tot zeven dagen na het staken van de behandeling.
- Ticagrelor daarentegen bindt direct en reversibel aan de ADP-receptor.
- Meten: Multiplate-ASPI test
- Antagoneren: Overweeg om bij ernstige en levensbedreigende gastro-intestinale, traumatische of intracerebrale bloedingen onder trombocytenaggregatie remmers gebruik een trombocyten transfusie te geven. Geen bewijs voor DDAVP.
NOACs
Rivaroxaban
- Werking: directe Xa remmer
- Meten: anti-Xa assay
- Antagoneren: 4-factoren-concentraat (cofact) 25-50 E/kg
Apixaban
- Werking: directe Xa remmer
- Meten: anti-Xa assay
- Antagoneren: 4-factoren-concentraat (cofact) 25-50 E/kg
Dabigatran
- Werking: directe trombineremmer (directe II remmer)
- Meten: TT of aPTT
- Antagoneren: idarucizumab 5 g
1
Neuraxisblokkade en antistolling
Zie de NVA-Richtlijn omtrent gebruik van bloedverdunners rondom neuraxisblokkade: Neuraxisblokkade en Antistolling
Referenties
- 1.Huisman MV. Richtlijn Antitrombotisch beleid. NIV / NVA. https://www.anesthesiologie.nl/uploads/files/KD_RL_Antitrombotisch_beleid_2016.pdf. Published 2015. Accessed February 11, 2020.