Content
Een zeldzame catecholamine-secreterende tumor die ontstaan is uit chromaffien weefsel. Scheidt noradrenaline uit (meest voorkomend), adrenaline of dopamine. Kan meer dan één amine-achtige uitscheiden.
Lokatie: 76-90% bijnieren, maar kan ook uni- of bilateraal in de paragangliomen voorkomen
Oorspronkelijk ‘rules of 10s’:
- 10% extra-adrenaal; echter literatuur 24%
- 10% maligne; echter literatuur 29%
- 10% bilateraal
- 10% bij normotensieve patiënten
- 10% familiair; echter literatuur 32%
Symptomen
- Triad
- Hypertensie
- Hoofdpijn
- Zweten
- Verder:
- Palpitaties
- Wazig zien, papiloedeem
- Polyurie, polydipsie, constipatie
- Bij acute presentatie: longoedeem, MI, CVA
Preoperatieve evaluatie
- Basaal doel:
- Evaluatie van eindorgaanschade t.g.v. overmatige catecholamines
- Medicamenteuze voorbereidingen, met 2 hoofddoelen:
- hypertensie reguleren: zowel preoperatief als peroperatief een crisis voorkomen
- Intravasaal volume herstellen: veelal hypovolemie
Medicamenteuze blokkade
- Alpha blocker, zo nodig ook met een beta blocker en extra intravasculair volume.
- Eerst alpha, dan beta blokkade om een crisis te voorkomen. In theorie kan beta blokkade juist voor vasoconstrictie (unopposed alpha-adrenergic stimulation) zorgen.
- Betablockers zijn m.n. geïndiceerd bij adrenaline-secreterende tumoren (tachycardie)
- Gebruikte middelen (geen evidence voorkeur)
- Phenoxybenzamine: niet-specifieke, langwerkende alfa blocker.
- Prazosine, doxazosine: selectieve alfa-1-blocker, kortwerkend, hierdoor sneller hemodynamische stabilisatie postoperatief dan wel na klemmen van de vene peroperatief
- Premedicatie ter anxiolyse en sedatie
Roizen criteria
Een patiënt is adequaat voorbehandeld indien deze voldoet aan de (gemodificeerde) Roizen criteria1:
- 24 uur voor operatie tensie <160/90 mm Hg
- RR staand gemeten >80/45
- ECG moet minimaal 1 week vrij zijn van ST-T veranderingen
- de patiënt mag niet meer dan 1 PVC per 5 minuten laten zien
Aanvullend onderzoek
- Echo Cor: veel voorkomend gevolg is een hypertrofische of gedilateerde cardiomyopathie.
- ECG: hartritmestoornissen, myocardinfarct.
- Lab: Hb, Ht, Na, K, ureum, kreat, glucose, 2 maal kruisserum
- Glucose: overmatige catecholamines resulteert in glycogenolyse en insulineresistentie.
- Consult Endocrinoloog:
- 24-hour urine gefractioneerde metanephrines en catecholamines
- Hemodynamische stabilisatie
- Uitsluiten andere co-morbiditeiten: oa MEN type 2, Hippel-Lindau disease, Neurofibromatose type 1 (feochromocytoom kan hierbij voorkomen)
Peroperatief
Aandachtspunten
- Bij laparotomie geef een thoracale epiduraal. Echter: testdosis zonder adrenaline! Overweeg alleen op te spuiten met sufentanil omdat een bolus lokaal anestheticum teveel hemodynamische instabiliteit kan geven. Onderhoud met bupivacaine 0,125% + sufentanil 1 microgram/kg (evt. na excisie tumor)
- Het is te overwegen 2 minuten voor de intubatie laryngeotracheaal lidocaine te appliceren, dit verzwakt de cardiovasculaire respons op de intubatie
- Bloedbepalingen: BGA, electrolieten, Hb, glucose, lactaat
Monitoring
- 5L ECG, arterielijn, CVD
- zo nodig extra monitoring in de vorm van EV1000, TEE of PiCCO
Medicatie
Anesthetica
- Inductie: propofol, thiopental,
- Onderhoud: propofol TCI of inhalatie-anesthesie (sevofluraan)
- Analgesie: sufentanil TCI, remifentanil TCI
- Relaxans: rocuronium of cis-atracurium
Vasoactieve medicatie
- Anti-hypertensiva: fentolamine, urapidil, nitroglycerine, nitroprusside, esmolol.
- Vasopressoren: noradrenaline, fenylefrine , vasopressine.
Overige medicatie
- actrapid (pomp 1 IE/ml): Tijdens de ingreep is er kans op hyperglycemie ten gevolge van het inhiberende effect van catecholaminen op de insuline-secretie. Post-operatief is er juist een risico op hypoglycaemie
Te vermijden
- Etomidaat: vermijden i.v.m. bijniersuppressie
- Desfluraan: heeft een sympaticomimetisch effect (tachycardie, hypertensie)
- Ketamine i.v.m. indirecte toename van catecholamine level (sympaticomimetisch effect)
- Morfine: ivm histamine release, potentiële trigger van crisis
- Meperidine i.v.m. sympaticus stimulatie
- Efedrine i.v.m. indirecte toename van catecholaminen
- Pancuronium of mivacurium i.v.m. histamine release, fasciculaties (met mechanische stimulatie tumor), vagolytisch effect etc.
- Droperidol, haldol: omdat extreme hypertensie na toediening van dit middel beschreven is
- Methadon
- Pethidine
- Atracurium
- Pancuronium
- Cocaïne
- Metoclopramide
- Glucagon (werd vroeger als diagnostisch middel voor feochromocytoom gebruikt)
Risicomomenten
In feite zijn er 2 fases peroperatief: fase 1 (tumor circulatie intact; cave hypertensie) en fase 2 (na klemmen bijniervene en dus tumor uitschakelen; cave hypotensie)
- Hypertensie: inductie, creëeren van pneumoperitoneum, tumormanipulatie
- Pneumoperitoneum: zowel sympaticusactivatie door CO2 + druk op tumor
- Hypotensie: na tumorresectie. Zorg er dan ook voor dat er een goede preload is op dit moment.
- Hypotensie kan t.g.v. lage cardiac output of verlaagde SVR zijn; geef adrenaline of fenylefrine/noradrenaline
Hypertensie (SPB > 160 mmHg)
- Phentolamine (Regitine)
- Competitieve alpha 1 adrenerge en een zwakke alpha 2 adrenerge antagonist
- Dosis: 1 – 2 mg (continu 0.5-1 mg/min)
- Indien noradrenaline producerende tumor 2 mg IV vlak voor de chirurgische manipulatie
- Urapidil
- Selectieve post-synaptische alpha 1 adrenerge blokker met centrale 5HT1A agonistische werking waardoor geen reflextachycardie zou optreden
- Bolus 5-25 mg IV titreren, evt continu infuus 0,1-0,5 mg/kg/uur
- MgSO4
- Vasodilatatie (blokkeren adrenoreceptor respons op noradrenaline en angiotensine II), remming catecholamine vrijzetting en anti-aritmogeen
- Start met 50 mg/kg, vervolg met 2 g/uur.
- Bedenk dat (zeer) hoge doseringen MgSO4 hypotensie kunnen veroorzaken en de werking van relaxantia kunnen versterken
- Directe vasodilatoren als nitroglycerine (50-100 microgr/min) en nitroprusside (0,5-1,5 microgram/kg/min)
- Calcium antagonisten: nicardipine (start 5 mg/uur, geleidelijk verminderen naar 1-2 mg/uur)
- Labetalol
- Alfa en betablokkade
- 5-20 mg
- Esmolol
- Kortwerkend beta-1-blokkade
- 10-50 mg
Tachycardie (HF > 100/min)
- B-blokker
- Esmolol: selectieve beta blocker + korte werkingsduur
- Opladen met cumulatieve dosissen van 10-20 mg (500 microgram/kg in 1 minuut), kan continu 50-300 microgram/kg/minuut.
- Bij een epinefrine (dopamine) secreterende tumor 20 mg IV vlak voor de chirurgische manipulatie
- Esmolol: selectieve beta blocker + korte werkingsduur
Aritmieën
- Geef lidocaïne: werkt kort en heeft bij een dosis van 1 mg/kg geen negatief inotroop effect
- Magnesiumsulfaat: zie hierboven
Hypotensie (MAP < 60 mmHg)
- Liberale volumesubstitutie (8ml/kg/uur, pre- en intraoperatief). Z.n. fluid challenge 500-1500 ml o.g.v. SVV en cardiac output
- Fenylefrine: eerste keuze na verwijdering tumor. Getitreerd met dosis á 100 μg
- Noradrenaline: in geval van onvoldoende respons op volume/fenylefrine.
- Optimale vullingstoestand, monitoring met EV1000 of PiCCO
- Start bij een bilaterale adrenalectomie aan steroïd suppletie (e.g. hydrocortison 200mg/24uur). Soms ook al bij unilaterale adrenalectomie
Postoperatief
- 24 uur monitoring op IC of extended recovery
- Veel voorkomende postoperatieve complicaties zijn:
- Hypotensie t.g.v. afgenomen sympaticus tonus na de resectie van het feochromocytoom
- Hypertensie t.g.v. pijn of hypoxemie of t.g.v. een tweede nog niet geïdentificeerde tumor
- Hypoglycemie doordat suppressie van pancreas cellen door catecholamine weggevallen is
Onverwacht feochromocytoom
- Presenteert zich vaak met onverklaard longoedeem, hypertensie of ernstige, onverwachtse hypotensie. Gaat m.n. om kliniek, aangezien er in de acute setting geen snelle testen zijn
- Als de overweging ter sprake komt, moet de operatie afgebroken worden om eerst patiënt verder in te stellen. Verdere manipulatie heeft een groter risico op morbiditeit en mortaliteit (= 25-80% indien ongediagnosticeerd)
- Geef vasodilatatie en vocht. Het circulerend volume is vaak verminderd, na vasodilatatie worden ze anders erg hypotensief. Advies: nitroglycerine
- Patiënten die zich met hypotensie presenteren, hebben vaak acuut hartfalen t.g.v. uitgesproken plotse vasoconstrictie. Hoge mortaliteit.
2,3
Referenties
- 1.Roizen MF, Horrigan RW, Koike M, et al. A PROSPECTIVE RANDOMIZED TRIAL OF FOUR ANESTHETIC TECHNIQUES FOR RESECTION OF PHEOCHROMOCYTOMA. Anesthesiology. September 1982:A43. doi:10.1097/00000542-198209001-00043
- 2.Allman K, Wilson I, eds. Oxford Handbook of Anaesthesia. Oxford University Press; 2011. doi:10.1093/med/9780199584048.001.0001
- 3.Akhtar S. Anesthesia for the adult with pheochromocytoma. UpToDate. https://www.uptodate.com/contents/anesthesia-for-the-adult-with-pheochromocytoma. Published February 2018. Accessed September 2019.