Content
Anesthesie tijdens de zwangerschap brengt speciale overwegingen met zich mee voor moeder en kind.
Definities
Aterm: 37-42 weken
Prematuur: < 37 weken
Serotien: > 42 weken
Dysmatuur: te laag geboortegewicht
3 trimesters van 3 maanden (ca. 12 weken)
Overwegingen bij anesthesie tijdens de zwangerschap
- Twee patiënten: moeder en kind
- Fysiologische veranderingen in de zwangerschap met oa. desaturatierisico en aspiratierisico.
- Neiging tot oedemateuze moeilijke luchtweg (incidentie 1:300, 10x vaker)
- Hemodynamiek gevoelig voor aortocavale compressie
- MAC is verlaagd bij anesthesie tijdens de zwangerschap
- Trombo-embolische complicaties: trombose profylaxe
- Timing: urgente chirurgie direct, ongeacht de trimester. Electief uitstellen tot na partus. Niet-urgente chirurgie die niet kan wachten uitstellen tot tweede trimester. Met name abdominale chirurgie voorkeur tweede trimester t.o.v. derde trimester
- Foetus is tot 12 weken het meest gevoelig voor teratogenese i.v.m. organogenese in deze periode
Preoperatieve evaluatie
Voorgeschiedenis
- Obstetrische voorgeschiedenis, zwangerschapsvoorgeschiedenis met complicaties als bloedingen, hyperemesis
Lichamelijk onderzoek
- Brede, luide split S1, S3, systolische souffle
Aanvullend onderzoek & consulten
- Lab: bloedbeeld, electrolyten, nierfunctie, type & screen
- Consult obstetrie/gynaecologie voor niet-OB chirurgie
Anesthesiologisch plan
- Voorkeur voor locoregionale techniek i.v.m. foetale drug exposure, intubatie, aspiratie.
- 30% dose reductie bij spinale anesthesie
- Algehele anesthesie bij gebruikelijke contra-indicaties neuraxiale techniek, extreme spoed, foetale nood, veel verwacht bloedverlies
Optimalisatie
- Zuurstoftoediening indien foetale nood
Doelen
- Preserveer uteroplacentaire perfusie (afhankelijk van systemische bloeddruk, MAP > 70 mmHg)
- Vermijd mogelijke teratogenetische medicatie (zie Lareb)
Peroperatief
- Premedicatie: gastro-oesophageale reflux profylaxe
- Positionering: 18-20 weken LLT (15 graden)1
- Welzijn van de foetus: CTG pre- en postoperatief. Bij > 23 weken voorkeur voor continue bewaking2
- Indicatie RSI vanaf 18 weken zwangerschap (N.B. sfinctertonus al verlaagd vanaf eerste weken van zwangerschap)2
- Mechanische ventilatie: chronic respiratoire alkalose van de zwangere. Hoge CO2 kan leiden tot acidose en myocardiale depressie bij de foetus. Erg lage CO2 en ernstige respiratoire alkalose kan de uterine bloedflow en foetale oxygenatie compromitteren. FiO2 > 50%.
- Hemodynamiek: ondersteunen utero-placentaire perfusie
Postoperatief
- LLT tot patiënt volledig wakker is en haar eigen positie kan veranderen.
- Monitoring: m.n. luchtweg en respiratoir.
- Analgesie: NSAID voorkomen (ivm hogere kans op miskraam in eerste trimester en premature sluiting van de ductus arteriosus / Botalli in het derde trimester bij meer dan 48 uur gebruik)
- 48 uur na partus herstel verhoogd risico gastro-oesofageale reflux (behoudens sfinctertonus), maskerventilatie dan weer mogelijk
Referenties
- 1.Allman K, Wilson I, O’Donnell A, eds. Oxford Handbook of Anaesthesia. Oxford University Press; 2016. doi:10.1093/med/9780198719410.001.0001
- 2.Nejdlova M, Johnson T. Anaesthesia for non-obstetric procedures during pregnancy. Continuing Education in Anaesthesia Critical Care & Pain. August 2012:203-206. doi:10.1093/bjaceaccp/mks022