Een zuurbasestoornis kan worden onderverdeeld in een respiratoire of een metabole acidose en een respiratoire en metabole alkalose. Een zuurbasestoornis wordt onderzocht met een bloedgas analyse.
Respiratoire alkalose
- Respiratoire alkalose, acuut
- met normale A-a-gradiënt: bijv. pijn, angst, koorts, salicylaatintoxicatie (vaak tevens metabole acidose).
- met verhoogde A-a-gradiënt: bijv. pneumonie, grote longemboli
- Respiratoire alkalose, chronisch
- met verhoogde A-a-gradiënt: bijv. ernstige chronische longziekten, zwangerschap met longembolie
- met normale A-a-gradiënt: bijv. zwangerschap, levercirrose, hyperthyreoïdie
Respiratoire acidose
- Respiratoire acidose, acuut
- met verhoogde A-a-gradiënt, bijv. exacerbatie COPD
- met normale A-a-gradiënt, bijv. acute ademhalingsdepressie bij hersenletsel of narcotische medicatie
- Respiratoire acidose, chronisch
- met normale A-a-gradiënt: bijv. neuromusculaire ziekten (ALS, myasthenia gravis), kyphoscoliose
- met verhoogde A-a-gradiënt: bijv. COPD
Metabole alkalose
- Exogeen alkali
- Melk-alkali syndroom, ernstige hypercalciëmie
- Citraat: oplosmiddel bloedproducten, wordt omgezet in HCO3-, bij massale transfusie
- Chloride-resistent (urine Cl > 40 mmol/L)
- Diuretica
- Hypomagnesiëmie
- Hypokaliëmie (shift)
- Laxantia misbruik (laag urine K+)
- Syndroom van Gitelman (laag/normale bloeddruk, hoog urine K+, laag urine Ca++)
- Syndroom van Bartter (laag/normale bloeddruk, hoog urine K+, normaal/hoog urine Ca++)
- Reëel of ogenschijnlijk overschot aan mineralocorticoïden (hoge bloeddruk, laag kalium)
- Hyperaldosteronisme
- Cushing
- Glycyrrizinezuur (drop, zoethout)
- Syndroom van Liddle
- Chloride-responsief (urine Cl < 25 mmol/L)
- Braken
- (diuretica: wel hoog urine Cl- maar bij staken wel chloride-responsief)
Metabole acidose
Bij de analyse van een metabole acidose speelt de aniongap ( [Na+] – [Cl–] – [HCO3–] ) een belangrijke rol. Deze moet nog gecorrigeerd worden voor de albumineconcentratie. Voor iedere g/l afname van de albumineconcentratie, moet de berekende aniongap met 0.25 mmol/l worden verhoogd.
Differentiaal diagnose van een metabole acidose met een verhoogde aniongap:
- Lactaatacidose
- Ketoacidose
- Nierinsufficientie
- Intoxicaties
- Salicylaten
- Methanol of formaldehyde
- Ethyleenglycol
- Paraldehyde
- Tolueen
- Sulfaat
- Ernstige rhabdomyolysis
Bij de verdere uitwerking van een metabole acidose met een verhoogde aniongap kan de bepaling van de osmolgap (= gemeten – berekende osmol in het serum) behulpzaam zijn. De osmol is te berekenen door de volgende formule: ( 2 x [Na+] + [ureum] + [glucose] ). De osmolgap is verhoogd bij aanwezigheid van toxische alcoholen.
Differentiaal diagnose van een metabole acidose met een normale aniongap:
- Gastrointestinaal verlies:
- Diarree
- Renaal bicarbonaatverlies:
- type 2 (proximale) renale tubulaire acidose
- Nierinsufficientie
- Sommige oorzaken van nierinsufficientie
- Hypoaldosteronisme (type 4 renale tubulaire acidose)
- Type 1 (distale) renale tubulaire acidose
- Intoxicaties
- Ammonium chloride
- Hyperalimentatie vloeistoffen
- Sommige vormen van ketoacidose, m.n. tijdens behandeling met insuline
Voor de verdere uitwerking van een metabole acidose met een normale aniongap kan de urine aniongap ( Na+] [K+] – [Cl–]) behulpzaam zijn. De aniongap in de urine is postief bij een renale tubulaire acidose type 1 en type 4. De aniongap in de urine is negatief bij o.a. diarree, natriuminfuus, proximale tubulaire acidose.